Grootmuil Robo Roeland Meijs mag in totaal 12 maanden brommen, met aftrek van voorarrest. Zijn maat Paolo heeft een kortere straf gekregen en loopt weer vrij rond. Beiden hadden zich onder meer schuldig gemaakt (al dan niet tezamen met een ander) aan pogingen tot dwang en bedreigingen (zowel schriftelijk als mondeling) richting een deurwaarder, twee politiemedewerkers en de Nationale Politie als geheel.
Beiden waren al langere tijd kritisch op de Nederlandse overheid. De coronamaatregelen waren voor hen ‘de druppel die de emmer deed overlopen’. Ze hebben geen vertrouwen meer in de huidige democratische rechtsorde. Niemand heeft volgens Meijs iets te zeggen over hen als levende wezens. Tot aan de strafzaak zetten ze zich actief in om ervoor te zorgen dat de overheid een andere koers zou varen, en dat de samenleving zou veranderen. Alleen konden ze geen verandering teweegbrengen en kregen ze, ondanks hun roep hiertoe, geen antwoorden op voor hen belangrijke vragen. Ze voelden zich toen, en nu nog steeds, niet gehoord.
Dat resulteerde erin dat hij in zijn Telegram-groep beweerde dat alle deurwaarders, politie, ambtenaren en rechters zich schuldig maken aan strafbare feiten bij het uitvoeren van hun werk, omdat in zijn beleving niemand iets te zeggen heeft over levende wezens. Meijs die allerlei wetten uit het hoofd had geleerd, meent dat hij zich kon beroepen op artikel 53 Sv, maar die bepaling geeft alleen een bevoegdheid om iemand aan te houden op het moment dat je diegene op heterdaad betrapt bij het uitvoeren van een feit dat volgens de Nederlandse wet strafbaar is. De oproep tot het uitvoeren van burgerarresten van mensen die gewoon hun werk uitvoeren, komt dus feitelijk neer op een oproep tot gijzeling, oordeelde de rechtbank.
De politie heeft, met toestemming van de hoofdofficier van justitie, bij de aanhouding een arrestatieteam ingezet wegens het vermoedelijke bezit van wapens. Maar in zijn huis werden alleen antieke, legale wapens zijn aangetroffen.
Meijs stelt dat hij aanhanger is van het natuurrecht en daarmee juist tegen geweld is. Hij zegt dat hij met de politie en andere instanties in gesprek wilde gaan over misstanden in de samenleving en dat hij slechts heeft gewaarschuwd dat andere mensen wel van plan zijn om tot geweld over te gaan. Uit de bewijsmiddelen blijk echter dat dat niet zo is. Hij heeft niet slechts gewaarschuwd voor geweld door anderen, hij heeft als lid van een beweging eisen gesteld, en daarbij opgemerkt dat hijzelf weliswaar tegen geweld is, maar dat andere mensen van deze beweging wel tot geweld zouden overgaan als niet naar hem werd geluisterd. Dit is volgens de rechter dreigen met geweld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten